Wandelen is niet alleen lekker, maar blijkt ook heel gezond. Ons lichaam heeft beweging en belasting nodig om gezond te blijven. Wandelen is een bewegingsvorm zonder grote belasting van onze gewrichten. Bovendien vindt er geen schoksgewijze belasting plaats, zoals bij rennen en springen. Dit maakt dat deze training voor vrijwel iedereen heel goed te beoefenen is. Wandelen is bovendien een ideale manier om weer in conditie te komen na een tijd niets sportiefs gedaan te hebben.
Ook bij aandoeningen zoals rug-, heup-, en schouderklachten is wandelen in veel gevallen een heilzaam “medicijn”. Het “geblesseerde” weefsel wordt onder invloed van veel bewegen zonder veel belasting aangezet tot herstel. In die situaties wordt het gedoseerd opbouwen van wandelen dus als het ware een onderdeel van de therapie.
Het wandelen kan in de loop van de tijd zwaarder gemaakt worden door het tempo op een gegeven moment op te gaan voeren richting de 6 tot 7 km. per uur (sportief wandelen). Zorg daarbij dat je je armen krachtiger gaat inzetten bij de loopbeweging. Wandelen wordt dan echt een training om je lijf gezonder te maken en je conditie te verbeteren. Je kunt dit bijvoorbeeld middels intervaltraining (5 minuten snel, 5 minuten rustig) opbouwen.
Wandelen is dus een prima manier om fit te worden, maar als het saai is zul je het niet volhouden. Zoek een manier om het leuk te houden, zoals praten met een vriendin, naar muziek luisteren, met de hond wandelen, in mooie natuur wandelen, regelmatig van route veranderen. Doe wat je moet doen om het plezierig te houden.